Queyras: wintersport in ongerepte Franse natuur

U bent dol op wintersport, maar hebt een hekel aan overvolle pistes en lange wachtrijen aan de liftjes? Dan bent u in de Franse Queyras aan het juiste adres, een beschermd natuurgebied in de zuidelijke ‘Hautes Alpes’ dat net geen honderd pistekilometers telt en met zijn acht authentieke bergdorpjes op het lijf is geschreven van families, toerskiërs, langlaufers en…zonnekloppers. “Door onze ligging vlakbij de Middellandse zee gaat iedereen hier na een weekje prachtig gebronzeerd weer naar huis”, lacht onze gids Mélanie.

Queyras als wintersportbestemming? Wij hadden er nog nooit van gehoord, en we zijn vast niet de enigen. Want hoewel het natuurgebied in de meest zuidelijke Alpen bijzonder populair is bij onze Franssprekende landgenoten, wordt het skidomein veelal over het hoofd gezien door Vlamingen. Niet helemaal onbegrijpelijk, gelet op de rit van ruim duizend kilometer naar het uitgestrekte natuurgebied dat zich over vier verschillende valleien uitstrekt. “Ons skidomein is vanuit België misschien een uurtje of twee langer rijden dan andere stations, maar in ruil krijg je wel een zonovergoten verblijf in een prachtige omgeving terug”, verzekert Alexia Grossan van het ‘Office du Tourisme’. Met de Middellandse zee om de hoek zijn staalblauwe er immers eerder regel dan uitzondering.

 

Het skigebied telt in totaal 90 kilometer aan pistes en bestaat uit vier verschillende kleinere deelgebieden. Verplaatsen tussen de stations doe je met een shuttlebus die een paar keer per dag rijdt, al zijn de verbindingen niet altijd even makkelijk. Een eigen wagen is in principe een must als je in één dag verschillende gebieden wilt opzoeken. Elk gebied ademt overigens een totaal andere sfeer uit, wat het skiën in de Queyras zo ontzettend leuk en gevarieerd maakt. Zo is Arvieux met zijn blauwe en groene pistes ideaal voor families en beginners, terwijl freeriders aan hun trekken komen in de bossen van Abriès. Gevorderden zullen vooral de pittige rode en zwarte hellingen van Ceillac opzoeken.

Berg in ere houden

Wij binden de eerste ochtend van ons verblijf de latten aan in het grootste, meer allround gebied dat rond de dorpjes Molines-En-Queyras en Saint-Véran ligt gekruld. Met ‘maar’ dertig kilometer aan pistes lijkt het een scheet groot in vergelijking met de megadomeinen die we doorgaans opzoeken, maar schijn bedriegt. “Kilometers zijn overroepen, wij tellen liever in hectaren”, steekt onze ski-instructeur Mélanie van wal. “Met honderd hectaren en een hoogteverschil van 1.100 meter is dit skigebied enorm uitgestrekt. Maar wij hebben ervoor gekozen om de berg in ere te houden en niet overal pistes aan te leggen. De Queyras is een beschermd natuurgebied, en dat respecteren wij. Deze valleien worden al eeuwenlang bewoond. Die ongerepte charme willen we bewaren.”

Naast een ideale gezinsbestemming is het domein daardoor erg in trek bij toerskiërs, die al voor het eerste zonlicht speciale antislipvellen onder hun ski’s of splitboard plakken en vervolgens langzaam de berg omhoogklimmen. Overal in het gebied zie je kleine groepjes naar boven schuifelen, waarna een afdaling door maagdelijke poedersneeuw op verlaten hellingen volgt. Ver weg van de pistes.

Niet dat er zo veel volk op die pistes zit, want ondanks het prachtige waar we op worden getrakteerd, hebben we het rijk haast voor ons alleen. “Enkel tijdens de schoolvakanties in februari wordt het iets drukker, maar lange wachtrijen aan de liftjes vind je hier eigenlijk nooit”, verzekert Mélanie. “Die gemoedelijke, familiale sfeer is precies waarvoor de mensen ons opzoeken. Na een week ben je hier helemaal geïntegreerd en kent zelfs de bakker je naam.” Door die kleinschaligheid sluit het gebied trouwens al vóór de paasvakantie de deuren, ongeacht de vaak nog uitstekende sneeuwcondities. Het is simpelweg niet rendabel om het gebied open te houden tot in april. Zonde als je kijkt naar de mogelijkheden die de bergen van de Queyras bieden, maar het komt de rust en authenticiteit uiteraard enkel ten goede. Wie kleine kinderen heeft, vindt onderaan in Molines-En-Queyras, Saint-Véran en Arvieux trouwens enkele makkelijke, overzichtelijke hellingen waar de allerkleinsten in alle veiligheid naar beneden kunnen glijden.

Zonnewijzers

Met acht dorpjes die over vier verschillende valleien zijn uitgesmeerd, heeft u een uitgebreide keuze aan logies in authentieke chalets en gezellige hotels. Wij verbleven in Arvieux, maar het mooist zit u in het dorpje Saint-Véran, dat zich met zijn ligging op 2.040 meter het hoogste bergdorp van Europa mag noemen. Het loont de moeite om de ski’s een dagje aan de kant te laten en het pittoreske centrum te verkennen. Let daarbij vooral op de prachtige gedecoreerde zonnewijzers die aan tal van gevels prijken. “Typisch voor de streek, je vindt er hier meer dan honderd”, weet Alexia. “Vroeger was een zonnewijzer een teken van rijkdom. Sommigen zijn echte kunstwerkjes.”

De zon speelt een centrale rol in het hooggelegen dorp, dat sinds 2013 het ‘Huis van de zon’ herbergt: een bescheiden wetenschapsmuseum dat, jawel, volledig in het teken van de zon staat. Wintersporters met een voorliefde voor astronomie kunnen zelfs een nachtje in het observatorium van Saint-Véran doorbrengen, op 2.936 meter hoogte. U gaat om 17 uur met de laatste lift naar omhoog en na een paar uurtjes slaap in het observatorium wordt u midden in de nacht gewekt om de prachtige sterrenhemel te bewonderen. Doordat er in de wijde omgeving geen steden liggen, is de sterrenpracht er bij helder weer ongeëvenaard. Kers op de taart is een onvergetelijke zonsopgang die de bergen ’s morgens groenblauw doet kleuren.

 

 

Meer dan skiën alleen

Wie een beetje sportief is aangelegd, kan in de Queyras veel meer dan enkel skiën. Het gebied telt liefst 200 kilometer langlaufpistes en herbergt zelfs een artificiële ijsklimberg. Ideaal om de beginselen van de sporten onder de knie te krijgen.

Leken die voor het eerst de langlauflatten aanbinden, kiezen best voor het traditionele ‘ski au fond’ waarbij je met je twee ski’s in een getrokken gleuf vooruit glibbert. Heerlijk ontspannend en ideaal om volop van de natuur te kunnen genieten. Een initiatie in de biatlon – de olympische sport waarbij u naast het langlaufen ook met een karabijn op doel schiet – biedt net dat tikkeltje meer uitdaging. “Het is van oorsprong een militaire discipline die in de Queyras intensief wordt beoefend”, zegt onze biatlonmonitor Antoine Bel, die ons groepje de basis van de sport probeert bij te brengen.

De theorie is simpel: eerst een paar rondjes langlaufen en vervolgens vijf keer op doel schieten. Doodeenvoudig, zo lijkt het wanneer we bij onze eerste poging meteen vijf van de zes keer raak treffen. “Prima, maar probeer dat nog eens wanneer je tien minuutjes intensief hebt gelanglauft”, tempert Antoine ons enthousiasme. Wanneer we een kwartiertje later met kloppend hart opnieuw aanleggen om te schieten, lukt het ons met de beste wil van de wereld niet meer om ons geweer stil te houden. Pas na een beschamende dertig pogingen treffen we vijf keer raak. Ons respect voor de atleten op de Olympische Winterspelen is er alleen maar mee gegroeid.

Na de biatlon kan je je sportieve namiddag verderzetten in het dorpje Aiguilles, waar Pascal Giraud – de Franse goeroe van het ijsklimmen – een artificiële ijsberg ontwierp: Le cascade de glace d’Aguilles. Door het water van de rivier om te leiden tot bovenaan een steile helling, ontstaat er tijdens de winter een waterval die permanent is bevroren en zich perfect leent om in alle veiligheid het ijsklimmen onder de knie te krijgen. Wie zich met een groepje inschrijft, betaalt zo’n tien euro per persoon voor een namiddagje klimplezier onder enthousiaste begeleiding van Pascal. Kleine tip: trek niet uw duurste skibroek aan, want de vlijmscherpe pinnen van uw klimschoenen scheuren uw broek binnen de kortste keren aan flarden.

 

Praktisch

Bereikbaarheid: Het beschermde natuurgebied Queyras ligt op zo’n 1.000 km rijden van België. Vliegen kan naar Marseille, waarna een rit van nog eens drie uur wacht.

Skidomein: Het skidomein bestaat uit vier verschillende deelgebieden die via busverbindingen met elkaar zijn verbonden. Je vindt er 90km aan pistes (10 km groen, 30 km blauw, 40 km rood en 10 km zwart).

Skipas: In het hoogseizoen betaalt een volwassene 149 euro voor een skipas die zes dagen geldig is in het hele gebied. Wie enkel voor een deelgebiedje kiest, betaalt fors minder.

Logeren: Met acht dorpjes in vier valleien is het aanbod groot en gevarieerd. Het ‘Office du Tourisme’ puzzelt op verzoek een verblijf bij elkaar dat volledig op uw wensen is afgestemd.

Info:    www.queyras-montagne.com

talonslibres05.wordpress.com (initiatie langlauf en biatlon)

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *