Snelheidsduivels, poederbeesten of skiërs die vooral voor de gezelligheid naar de bergen trekken: in Les Menuires komt werkelijk élke wintersportliefhebber aan zijn trekken. “De variatie die je hier zowel op als naast de piste aantreft, is uniek”, klinkt het enthousiast bij onze gids Sandra.
Les Menuires en Saint-Martin-de-Belleville. Het zijn namen als een klok in wintersportland die al jaren bij de populairste skibestemmingen van de Belgen horen. Het was dan ook met veel plezier dat wij ons een midweek lang op sleeptouw lieten nemen in dit pareltje van de Franse Alpen. Eerst even geografisch situeren: Les Menuires en Saint-Martin-de-Belleville maken deel uit van Les Trois Vallées (Frankrijk), dat zich met 600 kilometer aan pistes het grootste aaneengesloten skigebied ter wereld mag noemen. Om je een idee te geven van de omvang: de ruim 300 pistes liggen verspreid over 490 hectare berglandschap. Dat is ruim vier keer de oppervlakte van Parijs. Doordat 85 procent van de hellingen boven de 1.800 meter liggen, zit het met de sneeuwzekerheid bovendien helemaal snor.
Tot zover de cijfers, want we zijn hier uiteraard om Les Menuires met eigen ogen (en board) te ontdekken. Dat doen we met ESF-monitor Sandra, één brok energie die met aanstekelijk enthousiasme praat over haar ‘werkterrein’. We ontmoeten onze gids in La Croisette, het kloppende hart van Les Menuires. Van hieruit vertrekken de meeste liften en gonst het van het leven. Het is op deze plek dat in de jaren zestig de eerste mega-appartementen uit de grond rezen. Niet de meest smaakvolle gebouwen, maar wel functioneel en bovendien erg betaalbaar waardoor Les Menuires ook voor skiërs met een beperkt budget zeer toegankelijk is. “Dat maakt ons station zo geweldig, de enorme variatie in het aanbod”, legt Sandra uit.
Les Menuires telt liefst 34.000 toeristenbedden: van heel sjiek, over charmante chalets tot budgetvriendelijke appartementjes. In totaal telt het station vijf verschillende wijken: La Croisette, Preyerand, Les Fontanettes, Grand Reberty et Les Bruyères. Het meest centraal zit je in La Croisette, maar wie het liever wat rustiger heeft, zoekt wellicht beter elders een verblijf. Onze favoriet is Les Bruyeres, met minder ontsierende hoogbouw en een pak charmanter. Je hoeft overigens niet bang te zijn dat je na sluitingstijd van de liftjes in de verkeerde wijk strandt, want er rijdt tot ’s avonds laat een gratis skibus.
Genoeg over het dorp zelf, tijd om de pistes te verkennen. Sandra staat te popelen om ons mee op ontdekkingstocht te nemen. Terecht, want de bergen heten ons welkom met een staalblauwe hemel en een vers pak sneeuw. Perfecte condities. Als we het pisteplan erbij nemen, slaat de keuzestress toe. Met 600 kilometer is het aanbod zó groot dat we niet weten waar te beginnen. “Laten we kiezen voor mijn blauwe lievelingspiste: Le Grand Lac”, stelt Sandra voor. “Die start op 2.700 meter hoogte en neemt je helemaal mee terug tot in het centrum van Les Menuires.” We volgen braaf onze gids richting de stoeltjeslift. Eenmaal boven worden we getrakteerd op een adembenemend uitzicht, met aan onze rechterkant de vallei van Les Menuires en links buurgebied Méribel. Het besef dat we met onze skipas van Les Trois Vallées al die pistes kunnen ontdekken, doet ons wintersporthart sneller kloppen van plezier.
Van Sandra’s belofte blijkt overigens geen woord gelogen: het is heerlijk scheuren over de brede piste van Le Grand Lac. En Le Grand Lac blijkt geen uitzondering. Les Menuires blinkt uit in brede, toegankelijke afdalingen op maat van families. Liever wat sneller? Geen nood: heel vaak loopt er parallel een pittigere rode piste, zodat iedereen aan zijn trekken komt. Goed nieuws ook voor de wat minder ambitieuze skiërs die niet noodzakelijk elk uithoekje van het domein willen aantikken. Naast de skipas voor de Trois Vallées kan je ook kiezen voor een goedkoper alternatief waarmee je enkel in Les Menuires mag skiën. Met zo’n negentig pistes heb je nog altijd keuze zat. Zeker voor wie met beginners of kinderen skiet het overwegen waard.
Eten doen we die namiddag boven op de berg, in de Roc Seven. Een voortreffelijk restaurant dat voor zijn stijl goed heeft gekeken naar wat het hyperpopulaire La Folie Douce doet in Val Thorens. Inclusief dj en live saxofonist waar vanaf de vroege namiddag de beentjes worden los geschud. Na een saxofoonsolo of zes binden we de latten opnieuw aan en zetten we koers richting het best bewaarde geheimpje van Les Trois Vallées: het dorpje Saint-Martin-de Belleville, dat pas in 1982 aansluiting vond bij Les Trois Vallées.
In tegenstelling tot de rest van de stations in deze valleien is Saint-Martin-de-Belleville een authentiek, eeuwenoud Frans Alpendorp dat tot diep in de jaren tachtig van de landbouw leefde. Na de aansluiting bij Les Trois Vallées werd toerisme ook hier de voornaamste bron van inkomsten, maar het dorpje heeft zijn authenticiteit weten bewaren. Hoogbouw is anno 2023 nog altijd uit den boze. In de plaats daarvan vinden gasten er charmante chalets en hotelletjes opgetrokken uit natuursteen en hout. Met ‘maar’ 3.400 toeristenbedden is Saint-Martin-de-Belleville een oase van rust in het mierennest dat Les Menuires soms is. Ideaal voor wie met kinderen op reis is of het liever wat rustiger aan doet. In de kronkelende straatjes van het dorp is heerlijk verdwalen tussen wat vroeger authentieke Alpenhoeves waren. Benieuwd hoe het leven van de locals er vroeger uitzag? Bezoek dan het gratis museum dat is ondergebracht in het gebouw naast Office du Tourisme. Een échte aanrader voor wie meer wil leren over het harde leven in de Alpen of hoe de wintersport langzaam maar zeker de boeren uit hun eigen dorpen heeft verdreven.

Ook in Saint-Martin-de-Belleville is het aanbod om te logeren gevarieerd. Je vindt er goedkope chalets, maar net zo goed prachtige hotels. Uitblinker is het Lodji (****) hotel, dat pas in 2022 de deuren opende en wordt gerund door Luikenaar René Baudinet. Buiten staat een gigantische stier je op te wachten, maar het is pas binnen dat we echt omver worden geblazen. Overal natuurhout, een prachtig zwembad en dito welness, een levendige bar, heerlijke restaurant, mooie, ruime kamers en vriendelijk personeel maken van de Lodji dé plek voor een geslaagde vakantie in Les Trois Vallées. Kers op de taart zijn de jacuzzi’s buiten op het terras, waarin gasten onder de sterrenhemel aan een glaasje champagne kunnen nippen met de besneeuwde bergtoppen als canvas op de achtergrond. “Het heeft bloed, zweet en tranen gekost, maar na twintig jaar ploeteren hebben we eindelijk ons eigen hotel kunnen openen”, vertelt René met een aanstekelijk enthousiasme. De Luikenaar is gepokt en gemazeld in de wereld van immobiliën, maar de Lodji is zijn absolute pièce de resistance. Helemaal terecht, en dat zie je ook aan de boekingen. Hoewel de Lodji liefst tweehonderd personen te slapen kan leggen, zit het hotel voor het winterseizoen 2023 al volledig vol. Wees er dus vroeg bij al je zeker wil zijn van een kamer in het hoogseizoen. Extra leuk zijn de Belgische toetsen, zoals de menukaart (garnaalkroketten, échte frieten,…) én Belgisch Spa-water in de bar en op de kamers. “We zijn het enige hotel in Frankrijk dat Spa serveert”, vertelt René niet zonder trots. “Normaal levert Spa niet aan Franse hotels, maar voor ons werd een uitzondering gemaakt. Een of twee keer per jaar arriveert hier een vrachtwagen bomvol flesjes.”

Omdat de Lodji die avond helaas het bordje ‘complet’ moet bovenhalen, verblijven wij in Hotel Higalki, in Les Menuires zelf. Fonkelnieuw, en net als de Lodji gezegend met vier sterren, ruime kamers en een prachtig zwembad. Dankzij de ski-in en ski-out glij je zo van je kamer de pistes op. We slapen er heerlijk. Moet ook wel, want de volgend ochtend gaat de wekker al om 7 uur voor een exclusieve ‘first track’-ervaring. Elke woensdag opent de gondel van La Masse een uurtje vroeger dan normaal. Wie 23 euro neerlegt, mag al om 8 uur naar boven voor een afdaling over een perfect geprepareerde, maagdelijke piste. Een unieke ervaring. Het aantal skiërs is beperkt tot 35, zodat je er het rijk bijna voor jou alleen hebt. Kleine tip: de meerderheid van de mensen kiest voor de rode piste, waar je achter een instructeur moet aan skiën. Op de blauwe piste ben je moederziel alleen en is het heerlijk carven over de vers getrokken ribbels. Het pakket is bovendien inclusief ontbijt op 2.804 meter hoogte, na de eerste afdaling. Een aanrader!
Namiddag laten we de ski’s op stal en staat een wandeling richting het ‘Lac du Lou’ in Les Menuires op het programma, een klein meertje ver weg van de pistes dat tijdens de wintermaanden dichtvriest. Ideaal, want wij gij er…ijsduiken. “Zonder flessen, gewoon je adem inhouden en van ijsgat naar ijsgat zwemmen”, steekt Dan Arbogast enthousiast van wal, de oprichter van ’50 shades of blue’, de enige duikclub in Europa die deze ervaring aanbiedt.
Dan is één brok passie en stelt ons meteen gerust als hij onze aarzelende blik ziet. “Ik heb al duizenden mensen helpen duiken. Iedereen heeft het overleefd. Het is een onvergetelijke ervaring.” Onvergetelijk wordt het zeker, met een watertemperatuur van nauwelijks 1 graad. Gelukkig heeft onze instructeur dikke duikerspakken voorzien waarmee je het moeiteloos een paar uur uithoudt in het ijzig koude water. Nadat we ons in onze duikerspakken hebben gemurwd, neemt Dan ons mee naar het meer en haalt hij prompt een ijszaag boven om de dichtgevroren gaten opnieuw open te krijgen. “Begin maar”, lacht hij. Het kost onze groep flink wat moeite, maar uiteindelijk krijgen we alle drie de gaten open.
Er zijn immers drie afstanden af te leggen onder het ijs: 6, 10 en 20 meter. En dat zonder duikflessen. Slik. Gelukkig is Dan er om ons gerust te stellen. “We tellen tot tien en laten ons vervolgens aan de rand van het gat onder het ijs zakken”, vertelt hij met de kalmte van een boeddhistische zenmeester. “Geef je ogen vooral de kost, bewonder het ijs.” We happen adem en duiken naar beneden. Daar worden we op een uniek schouwspel getrakteerd. De zonnestralen priemen door het sneeuwdek en laten het ijs schitteren.
Na een paar keer oefenen, is het tijd voor het echte werk: duiken van het éne ijsgat naar het andere. We beginnen bij wijze van opwarmingmet de kortste afstand van 6 meter. “Volg gewoon het touw en voor je het weet ben je aan de andere kant”, verzekert Dan, die vlak langs ons zwemt voor moest het toch misgaan. We tellen tot tien, ademen diep in en duiken naar beneden. Met onze rug naar beneden trekken we ons van het éne naar het andere gat terwijl we ons vergapen aan de ijspracht. “Uitstekend gedaan”, klinkt het enthousiast, als we aan de andere kant weer bovenkomen. Tijd voor de volgende uitdaging: tien meter onder het ijs. “Gewoon anderhalve keer langer je adem inhouden”, stelt Dan gerust. Dit keer zwemt hij slechts tot in de helft mee omdat het ijsgat aan de andere kant te klein is voor twee personen. Als er nu iets mis loopt, zijn we écht op onszelf aangewezen. Dan telt af. Tien, negen, acht,…een flink teug verse lucht en we duiken naar beneden en grijpen het touw vast, met de blik strak op het andere ijsgat, tien meter verder.
Een halve minuut later komen we opnieuw boven. Missie voor de tweede keer geslaagd. Voor de twintig meter is die namiddag helaas geen tijd meer, maar we krijgen wél een officieel duikersdiploma mee. Die hangen we op boven ons bed! Voor een namiddag duiken betaal je bij Dan 140 euro. Niet goedkoop, maar het is een ervaring die je nooit meer loslaat en voor iedereen zonder twijfel de kerst op de taart van een skivakantie in dit geweldige gebied.
Les Menuires praktisch:
– Les Menuires maakt deel uit van skidomein Les Trois Vallées, dat 600 km pistes telt: groen (17%), blauw (39%), rood (33%), zwart (11%).
– Een skipas voor 6 dagen kost 360 euro voor volwassenen. Kinderen (288 euro) en senioren (324 euro) betalen minder. Voor de iets minder ambitieuze skiërs is er een goedkopere pas die je enkel in Les Menuires laat skiën.
– Om te logeren kan je kiezen tussen de vijf wijken in Les Menuires of Saint-Martin-de-Bellive. Het aanbod is ontzettend ruim en gevarieerd. In Les Menuires zit je centraal, maar Saint-Martin-de-Belleville is het gezelligste plekje van de hele Trois Vallées.
– Officiële websites van Les Menuires en Saint-Martin-de-Belleville

Mooi levensecht neergeschreven Ruben. Het is alsof ik alles ( opnieuw) beleef… zeer de moeite waard !
Bedankt Lut!